Artistiek en Algemeen Directeur Marjan Doom
Marjan Doom schreef in de zomer van 2021 een column over het belang van cultuur in het onderwijs.
Column in DeStandaard zomer 2021
Waar we moeten over praten
Reik naar de diepte
Marjan Doom, zomer 2021
Vooruitgang is meer dan kennis vreten en financieel succes najagen. Geef onze kinderen net méér urenartistieke vorming, schrijft Marjan Doom. De echte winst zit niet in de hoogte, maar in de breedte van de dialoog ende diepte van onze relaties.
Onlangs mocht ik een try-out meemaken van een performance van het kunstenaarsduo Robbert&Frank Frank&Robbert. Geheel in hun stijl speelde de performance op een dunne lijn tussen ludiek, waarachtig, reflectief en uitdagend. Mijn partner en ik schoven elkeen stoel aan de kopse kant van een tafel om onder begeleiding van het duo in hun virtueel georkestreerde wereld te duiken. Ze gidsten ons langs een spel van lijnen, landschapstekeningen en figuren die zich ergens tussen Egyptische tempelwachters en de Nazcalijnen in Peru situeerden. Het schouwspel voelde als een mix tussen een David Attenborough-documentaire over het heelal en de film Time bandits van Terry Gilliam.
Na afloop moesten we het eerste wat ons voor de geest kwam met krijt op tafel tekenen. Wat wilden we met elkaar delen om een gesprek op gang te brengen? Wat volgde, was een door de kunstenaars gemodereerd debat, dat vertrok van vrije associatie en rustig evolueerde naar verbindend inzicht. Relatietherapie in de beste vorm, eigenlijk. En ‘relatie’ bedoel ik in de ruimste betekenis: elke relatie van mens tot mens.
Toen ik buiten ging, werd ik overvallen door ontroering. Ik voelde plots hoezeer ik dit had gemist. Niet alleen het momentum zelf, maar ook de heerlijke nagesprekken. Samen de gedeelde ervaringen analyseren, tot wel dagen nadien. De impact van zo’n ervaring kan bij mij lang in de kleren kruipen. En wat kan ik daarvan genieten. De gesprekken zetten zich voort met vrienden met wie we onze beleving delen. Krachtig, hoe het effect van één performance zich exponentieel in de geesten verspreidt.
Drempelverlagers
Om tot nieuwe denkprocessen te komen hebben we huizen van bezinning en mediatoren nodig. Ceremoniemeesters in de contemplatie. Wie is beter geplaatst dan kunstenaars? Zij die bij uitstek zoeken naar een taal in woord, vorm of beeld om een dialoog met de kijker aan te gaan, om aan te zetten tot reflectie. Waar kunnen we die rituelen beter een plaats geven dan in kunst- en cultuurhuizen? Daar noopt de omgeving tot vertraging, tot in het moment zijn, weg van een context die ons zo snel mogelijk moet laten consumeren om plaats te maken voor de volgende klant.
Alleen door onze kinderen verbindende en verdiepende competenties mee te geven, zullen we erin slagen de som groter te maken dan de delen
Als iets de voorbije maanden duidelijk is geworden, dan is het wel dat een echte connectie maken met de ander niet in ons DNA zit ingebakken. Onze naaste ‘andere’ zoeken we vanuit een evolutionaire overlevingsdrang wel op. Maar de ander in een wereld die buiten onze nabijheid en het bekende ligt, komt minder natuurlijk op ons pad. Om die ander te bereiken hebben we drempelverlagers nodig, facilitators of ceremoniemeesters die het proces begeleiden. Tot echte dialoog komen is een vaardigheid die we moeten leren, een competentie die we bij onze kinderen moeten aanwakkeren. Een vaardigheid waarin we tijd moeten investeren en waarvoor we plekken moeten construeren om ze te oefenen.
Blokfluit
Hoe vroeger kinderen in contact komen met kunst en cultuur, hoe groter de kans dat ze later actieve cultuurparticipanten worden die zich op een constructieve manier kunnen verhouden tot ‘de ander’ en/of zelf optreden als ceremoniemeesters die de dialoog katalyseren.
We zouden onze kinderen net méér uren artistieke vorming moeten gunnen in plaats van ze af te bouwen. Niet om ze blokfluit te lerenspelen, maar om ze met de juiste wapens de arena in te sturen om te bouwen aan een wereld met meer zelfinzicht en een verbindend discours. Alleen door toekomstige generaties verbindende en verdiepende competenties mee te geven in plaats van hen tot droge kennisvreters op te leiden, zullen we erin slagen de som groter te maken dan de delen. Om vanuit individuele geesten een collectieve mensheid te vormen. En mag dat niet het droombeeld zijn dat we nastreven, ook al is het misschien utopisch? Eerder dan blind de wortel van de vooruitgang volgens het winstmodel achterna te lopen.
Vooruitgang hoeft niet te impliceren dat we alsmaar in de hoogtemoeten werken. Het kan net zo goed in de diepte en de breedte. Daar zijn we volgens mij nodig aan toe. Er valt niet zoveel meer winst in de hoogte te halen. Sneller, hoger en verder: mag ik passen? Het maatschappelijke model waar we ons vandaag in schikken, is voornamelijk gericht op succes. We draaien met z’n allen mee in een logica waarvan we voelen dat ze wringt met ons mens-zijn. -Investeren in kunst en cultuur betekent investeren in groei in de diepte en in de breedte.
‘The next big thing will be a lot of small things’, schreef kunstenaar Thomas Lommée in 2015 op de gevel van de Universiteit Gent. Misschien ligt het volgende grootse wel vervat in intieme gesprekken. Ik schuif graag mee aan tafel.